Dyslexie 360

Een totaalplaatje

Auteur:Roderick L. Nicolson, Nel Hofmeester, Irene Besnard-van Baaren & Kees van den Bos
Uitgeverij:Gompel&Svacina
Plaats:Oud-Turnhout|’s Hertogenbosch
Jaar:2019
Pagina’s:184
ISBN-13:9789463711847
Prijs:€ 30,-

“Het wonderlijke feit doet zich echter voor dat er in de literatuur en in de praktijk tot voor kort weinig tot niets met het gegeven van de sterke kanten werd gedaan. Dyslexie als stoornis was – en is dat vaak nog steeds – de dominante visie.”

“Ook op school is er vrijwel alleen ruimte voor ‘stoornisbestrijding’ in de vorm van remediëringsprogramma’s. Ik heb grote onvrede met dergelijke traditionele, eenzijdige visie op dyslexie en de traumatische ervaringen die veel dyslectici daardoor ‘vroeger’ hebben opgedaan.”

Dit is een boek dat iedereen die met ernstige leesproblemen en dyslexie te maken heeft, moet gelezen hebben. Toegegeven, niet iedereen zal onverdeeld enthousiast of akkoord zijn met de inhoud van het boek, omdat het zijn achtergrond van de positieve psychologie niet verdoezelt, maar het uitgangspunt ervan is ontegensprekelijk juist: er wordt nog te veel gekeken naar de negatieve kanten van dyslexie, zonder dit vanuit een totaalperspectief , rekening houdend met ook de positieve kanten, te benaderen. Oh ja, tijdens de momenten van psycho-educatie komen enkele positieve aspecten obligaat aan bod, maar dan meer gepresenteerd als een troostprijs, een wondeverzorger meestal aangevuld met een rijtje van groot- en bekendheden die ook dyslexie hebben of hadden. Iets dergelijks is dit boek allerminst. En in die zin zet het de lezer aan het denken vanuit een uitspraak die ik ergens in dit boek opraapte:

Als iemand zou zeggen: je moet meer leesbegeleiding nemen, dan ben ik in staat om die persoon te wurgen! Ik heb alles gezien, alle littekens opgelopen. Wat ik wil is dat iemand me helpt succesvol te zijn met mijn dyslexie.

Maar wees gerust: de auteurs zijn er zich van bewust dat er een synergie moet zijn tussen de traditionele en de (hun) positieve benadering van dyslexie. En net daarmee reserveerden ze zich een plaatsje op deze boekenblog.

In het eerste hoofdstuk schetst de oorspronkelijke auteur, Roderick I. Nicholson, het hoe, wat en waarom van dit boek.Hij legt uit van waaruit hoe het boek groeide en hoe de verschillende hoofdstukken moeten gelezen worden. Hij lanceert er ook zijn model van de sterke kanten van dyslexie dat hij De tempel der sterktes heeft genoemd, een antieke tempel waarvan de pilaren rusten op de sokkels van werk, cognitie en het sociale en het dak van het onconventionele denken dragen. Maar meer zeg ik hier niet over. Daarvoor moet je het boek lezen om een en ander goed te kunnen begrijpen.

In het tweede hoofdstuk bekijkt de auteur de onderliggende oorzaken om de gevonden sterke kanten beter te begrijpen. Dit kan hij alleen maar doen zonder het ook te hebben over de inzichten die met de zwaktes van dyslexie te maken hebben. In het derde hoofdstuk zet de auteur zijn theorie over de sterktes en zwakten van dyslexie uiteen. Hij beschrijft het onderzoek dat hij heeft uitgevoerd en presenteert er zijn bevindingen. Om dan in het vierde hoofdstuk op zoek te gaan naar de oorzaken waarom zoveel kinderen met dyslexie falen.

In het vijfde en laatste hoofdstuk brengt de auteur tenslotte zijn aanpak – of beter gezegd: zijn manier van omgaan – met dyslexie onder de aandacht. Een manier die onder andere bepaald wordt door en gekoppeld is aan de levensfase waarin de persoon met dyslexie zich bevindt.

Een onconventioneel boek van een onconventioneel auteur dat zich laat lezen als een trein en zeker inspirerend is.

Taal leren

Van kleuters tot volwassenen

Auteur:Koen Jaspaert & Carolien Frijns
Uitgeverij:LannooCampus
Plaats:Leuven
Jaar:2017
Pagina’s:238
ISBN-13:9789401444422
Prijs:€ 24,99

“Uitgangspunt van deze tekst is dat democratisering een kernwaarde en een belangrijk doel van onze hedendaagse maatschappij is. Vooral na de Tweede Wereldoorlog en de daarmee gepaard gaande dekolonisering is men tot het besef gekomen dat een maatschappij waarin iedereen kansen kreeg, ongeacht zijn of haar achtergrond, te verkiezen was boven een maatschappij waarbij uitgegaan werd van vaste indelingen in standen, een maatschappij waarin wat iemand kon bereiken door dat standenlidmaatschap ingeperkt werd.”

Koen Jaspaert (1956-2017) was hoogleraar aan de Faculteit Letteren van de KU Leuven en academisch promotor van het Centrum voor Taal en Onderwijs in Leuven. Hij was algemeen secretaris van de Taalunie en is oprichter van het Steunpunt NT2, het eerste expertisecentrum Nederlands als tweede taal in Vlaanderen. Dit boek, dat postuum verscheen, is zijn verrassende en (in het licht van de huidige meer en meer gepolariseerde maatschappij) bij momenten visionaire nalatenschap. Zijn visie die aan de grondslag ligt van dit boek, legt hij haarfijn uit in het eerste hoofdstuk. Samen met Carolien Frijns en andere onderzoekers zoals Kris Van den Branden, maar ook met mensen uit de praktijk, maakt hij, zoals je ook op de achterflap van het boek kunt lezen) duidelijk hoe taalontwikkeling in elkaar zit, hoe ons beeld van taal en onderwijs het leren van taal beïnvloedt en hoe je taal beter verwerft via interactie in een leeromgeving waarin er (meertalig) geëxperimenteerd mag worden. Kortom: een boek dat niet alleen door schoolteams, maar ook door de beleidsmakers absoluut moet gelezen worden.

Dit boek combineert sterk inhoudelijke hoofdstukken (hoofdstukken 1 tot en met 4) met hoofdstukken met ervaringen en beschouwingen die geschreven werden door mensen uit de praktijk (hoofdstukken 5 tot en met 9). In die zin kun je spreken van twee afzonderlijke delen.

Het eerste deel opent met een hoofdstuk geschreven door Koen Jaspaert zelf, waarin hij zijn visie uiteenzet. Hij doet dit aan een de hand van een haarscherpe analyse waarin hij thema’s als taalvaardigheid en sociale achtergrond, het falend taalvaardigheidsonderwijs en het talige democratiseringsprobleem niet schuwt. Deze analyse laat hij volgen door een eerste concretisering van zijn visie waarin hij aangeeft hoe zijn visie in de praktijk kan worden omgezet: het antwoord ligt in een verantwoorde balans tussen impliciet en expliciet taal leren. Deze visie concretiseert hij samen met Carolien Frijns in het tweede hoofdstuk voor het kleuteronderwijs. In het derde hoofdstuk fileert Kris Van den Branden het talenbeleid in het basisonderwijs en formuleert hij een visie voor de toekomst. In het vierde hoofdstuk zijn Koen Jaspaert en Carolien Frijns weer aan het woord over leesplezier en begrijpend lezen.

In de volgende hoofdstukken komen mensen vanuit de praktijk van het secundair en volwassenenonderwijs aan het woord. Verwacht hier niet alleen praktische tips over wat wel en wat niet te doen. Deze mensen spreken vanuit een bepaald theoretisch referentiekader en vertalen dit naar de praktijk.

Samengevat: voor wie begaan is met het taalonderwijs in het algemeen en meer in het bijzonder aan het taalonderwijs aan anderstalige nieuwkomers, is dit boek verplichte literatuur.

Geprikkeld om te weten

Studeren met autisme

Auteur:Valérie Van Hees & Herbert Roeyers
Uitgeverij:Academia Press
Plaats: Gent
Jaar:2014
Pagina’s:98
ISBN-13: 9789038222691
Prijs:€ 24,99

“De overstap naar het basisonderwijs of het secundair onderwijs, het aanvatten van een nieuwe studierichting, de overstap naar het hoger onderwijs of naar de arbeidsmarkt zijn voor veel mensen positieve uitdagingen, maar voor mensen met een autismespectrumstoornis (ASS) zijn deze transities vaak niet evident. Voor heel wat studenten met ASS verloopt de overgang van het secundair naar het hoger onderwijs niet zonder problemen.”

Veel onderwijsbegeleiders (CLB’ers en anderen) zullen het met me eens zijn: van sommige leerlingen met ASS in de basisschool kun je bijna met zekerheid voorspellen dat ze het in het regulier secundair onderwijs niet zullen halen. Heel vaak komen hun ouders, als eerste deskundige, daar ook spontaan mee op de proppen. Als er dan plaats is in het type 9 onderwijs met een opleidingsvorm 4, is dat zowel voor ouders als de leerling een grote opluchting. Helaas is het aantal gegadigden veel groter dan het aanbod. Wat dan weer leidt tot allerlei gekke toestanden zoals een loterij onder toezicht van een gerechtsdeurwaarder, leerlingen die vroegtijdig het reguliere basisonderwijs ruilen voor het buitengewoon basisonderwijs type 9 omdat ze dan voorrang krijgen bij de overgang naar het secundair onderwijs in een de aanverwante school voor buitengewoon secundair onderwijs type 9 opleidingsvorm 4 en dergelijke meer. Voor hen en de leerlingen met ASS die de overstap maken naar het reguliere secundaire onderwijs is de studiekeuze vaak niet evident. Een fenomeen dat je terugziet op alle cruciale studiekeuzemomenten in het secundair onderwijs. Net voor hen en hun ouders en begeleiders hebben de auteurs dit educatief pakket uitgewerkt. Een pakket dat razend actueel blijft, ook al is het enkele jaren oud. Een pakket dat een aantal inzichten aanreikt in verband met onderwijsloopbaanbegeleiding die ook voor andere leerlingen zonder ASS een meerwaarde kunnen betekenen. Kortom, een educatief pakket dat ik warm aanbeveel.

Leestip: Het boek komt met een dvd. Het lijkt mij het beste om, voor de herkenbaarheid van wat men leest, eerst de dvd te bekijken om daarna de aangeleverde inzichten in het boek na te lezen en te verdiepen.

Het boek bestaat voor mij uit twee duidelijke delen. In het eerste deel geven de auteurs in zeven hoofdstukken concrete informatie over ASS. De titels van de hoofdstukken spreken voor zich:

  • autismespectrumstoornis
  • ASS komt vaak voor
  • een complex samenspel van oorzaken
  • de hersenen functioneren anders
  • de informatie wordt anders verwerkt
  • ASS plus
  • een verhaal van sterktes

Het hoofdstuk een verhaal van sterktes is een oproep om ASS niet meer te benaderen vanuit enkel de zwaktes en tekorten. Juist door hun hersenen die anders georganiseerd zijn en op een andere manier functioneren hebben personen met ASS ook heel wat sterktes. Zoals daar zijn:

  • zeer goed geheugen, snel onthouden van losstaande feiten
  • nauwgezet
  • objectief
  • onbevooroordeeld
  • sterke visueel-ruimtelijke vaardigheden
  • sterk waarnemingsvermogen
  • situaties verwerken en interpreteren zonder emotionele geladenheid
  • analytisch en rechtlijnig denken

Het zijn trouwens een aantal van deze kenmerken die hen soms beter geschikt maken voor bepaalde jobs dan mensen zonder ASS.

De drie laatste hoofdstukken van het boek, die helemaal in het teken staan van de (overgang naar) het hoger onderwijs, gaan niet alleen dieper in op de studiekeuze voor het hoger onderwijs, de begeleiding bij het studiekeuze proces maar ook op de begeleiding in de loop van het hoger onderwijs. Niet te missen dus.