Liefde voor letters en lezen

Handboek stimulering geletterdheid

Auteur:Hetty van den Berg, Irma Land & Iris Meijsing
Uitgeverij:SWP
Plaats: Amsterdam
Jaar:2019
Pagina’s:372
ISBN-13: 9789088500008
Prijs:€ 75,00

‘We moeten alle kinderen optimaal voorbereiden op hun deelname aan de maatschappij. Het risico op laaggeletterdheid moet wezenlijk verkleind worden. Hoe doen we dat? ‘

”Laaggeletterdheid wordt ook wel ‘functioneel analfabetisme’ genoemd. Het gaat om mensen in de leeftijd van zestien jaar en ouder die grote moeite hebben met lezen, schrijven, rekenen en/of met het gebruik van de computer’

Geletterdheid is geen zaak van de lagere school alleen. Deze zaak begint al heel vroeg thuis en in de voorschoolse kinderopvang door het creëren van een talige en taalrijke omgeving en moet systematisch en gericht aangepakt worden in het kleuteronderwijs zodat alle kinderen goed voorbereid beginnen aan het effectieve leesonderwijs van het eerste leerjaar en de daaropvolgende leerjaren. In de huidige COVID-19 periode wordt meer en meer duidelijk dat deze ‘gewone’ geletterdheid moet aangevuld worden met de ‘digitale’ geletterdheid. Ook aan deze laatste vorm van geletterdheid moet men al van jongsaf mee vertrouwd gemaakt worden. Het is de verdienste van dit boek (met bijbehorende website) – en dat is bovendien vrij uniek – om deze beide vormen van geletterdheid in één adem voor de leeftijdsgroep van 0 tot en met 7 jaar op een onderhoudende, aantrekkelijke en concrete wijze onder de aandacht te brengen. Dat het daarbij niet alleen stimulerend en preventief wil zijn voor alle kinderen in het algemeen, maar heel duidelijk ook uitgaat van een proactieve aanpak voor kinderen met een (digitale) taalachterstand in het bijzonder, maakt het tot een ‘verplicht’ hebbeding voor elke kinderopvang en basisschool.

In het eerste hoofdstuk leiden de auteurs hun boek in. Ze hebben het over het belang van het voorbereiden van kinderen op het functioneren in onze huidige maatschappij. Daarbij hebben ze aandacht voor de laaggeletterdheid en over de ontwikkeling van de geletterdheid. Hierbij laten ze het niet na om de samenhang tussen de mondelinge taalvaardigheid en de geletterdheid heel nadrukkelijk te duiden. Vaardigheden die ze hierbij centraal stellen zijn de woordenschat, de vertelvaardigheid, het luisteren, en het voeren van gesprekken. Dit hoofdstuk larderen ze verder met algemene tips een aanwijzingen op de geletterdheid van jonge kinderen te stimuleren.

Deze ‘stimulering’ werken ze verder uit in het tweede hoofdstuk waarbij ze de 21ste eeuwse geletterdheid uiteentrekken in 4 domeinen:

  • leesplezier, boekoriëntatie en verhaalbegrip,
  • taalbewustzijn en het alfabetisch principe,
  • functies van schrift,
  • digitale geletterdheid.

De digitale geletterdheid wordt verder uiteen getrokken in de volgende aspecten:

  • informatievaardigheden,
  • computerdenken,
  • ict-basisvaardigheden,
  • mediawijsheid.

Centraal plaatsen ze het onderzoekend en ontwerpend leren en de woordenschat om aan deze geletterdheid te werken. Ze hebben ook aandacht voor het signaleren en voorkomen van problemen.

De hoofdstukken 3, 4, 5 en 6 staan dan telkens volledig in het teken van één van de vier aspecten van de digitale geletterdheid zoals de auteurs die zien.

De hoofdstukken 7 en 8 sluiten het boek met heel concrete voorstellen af. In het zevende hoofdstuk werken de auteurs uit hoe men de ‘digitale’ geletterdheid tijdens het hoekenwerk in 7 verschillende maar toch met elkaar samenhangende hoeken kan stimuleren. In het achtste en laatste hoofdstuk tenslotte krijgt de lezer concrete voorstellen om het hele (school)jaar door de geletterdheid te stimuleren.

Zoals al eerder in andere woorden gezegd: een waardevol boek.

Technisch lezen in een doorlopende lijn

Een praktisch handboek voor de basisschool

Auteur:Marita Eskes
Uitgeverij:Pica
Plaats: Huizen
Jaar:2020
Pagina’s:300
ISBN-13: 9789492525918
Prijs:€ 29,95

Vloeiend lezen krijgt niet altijd de aandacht die het nodig heeft, terwijl het een van de belangrijkste pijlers voor begrijpend lezen is. Onvoldoende geautomatiseerd kunnen technisch lezen is vaak de oorzaak van slecht begrijpend lezen.

“Leerlingen leren lezen doe je als leerkracht nooit alleen. Je werkt met elkaar samen aan een doorlopende lijn, iedereen in de school dient vanuit zijn professionele rol bij te dragen aan kwalitatief goed leesonderwijs en een rijke leesomgeving.

Het technisch en begrijpend lezen van de Vlaamse en Nederlandse kinderen en jongeren gaat er steeds meer op achteruit. Dit blijkt al jaren uit de resultaten van diverse internationale onderzoeken. We moeten toegeven: vrijblijvende engagementsverklaringen van de verschillende overkoepelende onderwijsorganisaties brengen daar weinig of geen verandering in. Helaas worden deze verklaringen onvoldoende vertaald naar concrete interventies en vormingsmogelijkheden. Eens te meer wordt de druk hiervoor op de schouders van de mensen op de werkvloer gelegd: het moet anders, en het woord ‘anders’ betekent hier wel degelijk ‘beter’. Het is dan ook meer dan begrijpelijk dat iemand als Kees Vernooy, die zich al sinds vorige eeuw inzet voor een betere kwaliteit van het leesonderwijs in Nederland en Vlaanderen bereid is gevonden om het voorwoord tot dit boek te schrijven. Zijn harde werk is niet voor niets geweest: de fakkel blijft branden, niet alleen in de Nederlandse, maar ook in de Vlaamse (onderwijs)velden. Het boek van Marita Eskes biedt hoop voor de nabije toekomst en is ook voor mij een positieve bevestiging van hetgeen waar ook ik me al jaren voor engageer: een doorgaande lijn voor het lezen, in al zijn aspecten. Als de ondertitel van het boek de belofte is die de auteur aan de lezer doet, dan maakt Marita Eskes deze belofte helemaal waar: het is praktisch en onmiddellijk aan de onderwijscontext verbonden, en het is een ‘hand’boek, een boek om nooit ver weg te leggen en dicht bij de hand te hebben. Een leerboek voor de leerkracht in opleiding, is het ook een professionaliseringshandboek voor het gevestigde schoolteam. Een boek dat theorie en praktijk naadloos en gelardeerd met eigen ervaringen aan elkaar koppelt. Meer dan een zinvol alternatief voor al die bijzaken die soms oeverloos op een personeelsvergadering aan bod komen en weinig zoden aan de dijk brengen. Als men het daar dan toch over een schoolfeest wil hebben, dan misschien over een manier om van lezen een echt feest te maken, een feest waarbij iedere deelnemer zich een bekwame en gemotiveerde lezer weet. Voor mij alvast één van de belangrijkste onderwijsboeken van dit jaar.

Dit boek heeft voor mij drie grote delen. In het eerste deel vestigt de auteur in drie hoofdstukken de ruggengraat van dit boek. ze heeft het over het belang van geletterdheid voor nu en straks, schetst de huidige toestand van het onderwijs en heeft het over het belang van lezen in de huidige en toekomstige maatschappij. Verder toont ze aan waarom technisch lezen een proces is dat een doorgaande lee(r)(s)lijn vraagt en wat de rol van het didactisch handelen daarbij is.

In het tweede deel schetst ze per graad – voor Vlaanderen vormt de tweede en derde kleuterklas het equivalent van de eerste graad van het Nederlandse onderwijs – wat de essentie moet zijn van het effectieve leesonderwijs. Als je hier denkt dat je als leerkracht enkel het deeltje voor jouw leerjaar moet lezen, sla je de bal volledig mis: je kunt maar effectief leesonderwijs geven als je ook zeer goed weet wat er voor en achter jou aan bod komt.

In het derde en laatste deel komen er nog twee niet te onderschatten onderwerpen aan bod: de rol van het onderwijskundige leiderschap en het belang van leesmotivatie en leesbevordering.

Dit is een kortere inhoudsbeschrijving dan je van mij gewoon bent, maar laat de boodschap duidelijk zijn: je leest het boek beter zelf om de rijkdom ervan te ontdekken.