Nieuwe autoriteit / Verbindend gezag voor het onderwijs

Auteur:Haim Omer
Uitgeverij:Pelckmans Pro
Plaats: Kalmthout
Jaar:2019
Pagina’s:173
ISBN-13: 9789463370714
Prijs:€ 29,50

“Het gezag versterken is niet alleen essentieel voor leraren, maar ook voor alle andere betrokkenen. Het is van vitaal belang voor kinderen en jongeren, want als de leraren niet over de nodige autoriteit beschikken om de gedragsregels op school te bepalen, zullen de dominante leerlingen dat wel doen.”

“Terwijl leraren vroeger bekende personen in de gemeenschap waren die werden gerespecteerd en gesteund door iedereen, zijn zij nu anonieme personen geworden”

Deze twee citaten uit het boek van Haim Omer schetsen het probleem dat zich op veel Vlaamse en Nederlandse scholen voordoet. Vroeger was de leerkracht een persoon van aanzien die bijna onvoorwaardelijk gesteund werd door de ouders en gerespecteerd door kinderen. Veel oudere lezers zullen met mij beamen dat je als kind, als je met straf thuiskwam, daar niet veel uitleg moest aan geven omdat de leerkracht toch onvoorwaardelijke werd geloofd en jijzelf ‘het wel verdiend zou hebben’. Nu leven we in een tijd waarin het niet uitzonderlijk is dat een nota van een leerkracht in een agenda door de ouders beantwoord wordt met een tegennota die het gezag van de leerkracht meteen onderuit haalt. En dit terwijl je vaststelt dat veel van de ouderlijke opvoedingstaken meer en meer in het mandje van de leerkrachten worden gelegd. Terwijl het gedachtengoed van Haim Omer al enige bekendheid heeft gekregen in het Vlaamse en Nederlandse onderwijs, heeft hijzelf nu voor de eerste maal een boek geschreven dat zich rechtstreeks richt tot de onderwijsmensen. Het is een boek dat zich heel vlot laat lezen en veel leerkrachten een hart (en een instrumentenkoffer) onder de riem zal steken. De vele voorbeelden die in het boek verwerkt zijn maken het voor iedere leerkracht bovendien zeer herkenbaar. Samen met de vele concrete tips die aangeboden worden zijn ze van die aard dat ze de existentiële eenzaamheid van het leerkracht-zijn kunnen doorbreken. Een absolute aanrader!

Het boek bestaat uit zes hoofdstukken en een conclusie. In het eerste hoofdstuk vertrekt Haim Omer vanuit de vaststelling dat de autoriteit van leerkrachten niet meer vanzelfsprekend is. Hij omschrijft zeer herkenbaar hoe kwetsbaar de leerkracht van vandaag wel is. Hij zet de traditionele vorm van autoriteit tegenover zijn Nieuwe Autoriteit en verduidelijkt meteen zijn 4 principes, namelijk aanwezigheid, zelfbeheersing, ondersteuning en volharding.

Het tweede hoofdstuk staat helemaal in het teken van het principe van de aanwezigheid in de klas, in de gehele school en tegenover elke leerling. Alle leerlingen moeten voelen dat hun leerkracht hen ziet, aan hen denkt en met hen een relatie aangaat.

Dat het noodzakelijk is dat leerkrachten en ouders een verbond met elkaar sluiten, is de essentie van het derde en uitgebreide hoofdstuk. Hoe je dit realiseert wordt uitvoerig beschreven. Om de kritische lezer meteen gerust te stellen, som ik hierna enkele rubrieken uit dit hoofdstuk op:

  • Hoe benader je ouders die mogelijk met geweld reageren op hun kind?
  • Hoe ga je om met ouders die overtuigd zijn dat de school hun kind viseert?
  • Een stappenplan voor de ontmoeting tussen ouders en schoolteam.

Leraren zijn verantwoordelijk voor elkaar. Dat is het leidende thema van het vierde hoofdstuk. Een aanval op één leraar moet opgevat worden als een aanval op het hele schoolteam. Wanneer dit als principe door alle leerkrachten omarmd wordt, verandert geleidelijk aan de status van de leraar en de sfeer op school. Niet langer ‘Ik in mijn klas’ maar wel ‘Wij in onze school’ dus. Hoe je dit alles realiseert en ondertussen toch de leerlingen blijft beschermen, kun je hier lezen.

Het vijfde hoofdstuk bespreekt niet alleen de rol van de directeur maar ook hoe hij zichzelf een plaats in het geheel kan verwerven zonder deloyaal te zijn aan ouders en tegelijk ook de leerkrachten. Er wordt ook aangegeven hoe hij de Nieuwe Autoriteit op zijn school kan introduceren.

Het zesde en laatste hoofdstuk gaat dieper in op het sanctiebeleid van een school, of beter gezegd: hoe de school zich voorbij de grenzen van het eigen sanctiebeleid kan ‘overstijgen’.

De algemene conclusie van het boek geeft kort enkele aanbevelingen om dit alles om te zetten naar de praktijk.

Haal meer uit je toetsgegevens

Van resultaten naar groepsplan

Auteur:Willem de Vos, Denise van Schelven, Bas Oprins & Liesbeth van Beijsterveldt
Uitgeverij:Boom
Plaats: Amsterdam
Jaar:2015
Pagina’s:320
ISBN-13: 9789089536457
Prijs:€ 27,95

“Dit boek sluit aan bij wat er gevraagd wordt van scholen in het kader van passend onderwijs, waarbij je als leerkracht steeds aandacht moet hebben voor wat iedere leerling aan onderwijs en begeleiding nodig heeft om voldoende aan te sluiten bij de onderwijsbehoeften van de leerling. Het gebruik maken van informatie uit de data die je verzamelt, speelt daarbij een belangrijke rol.”

In het onderwijs worden toetsen nog te vaak gezien als unidirectionele feedback voor de leerling. Nochtans zijn de resultaten van de leerlingen een belangrijke bron van feedback voor de leerkracht over zijn manier van lesgeven, de kwaliteit van zijn instructie. Meer nog, op schoolniveau kunnen de gegevens die onder andere door toetsen verzameld worden, gebruikt worden om de kwaliteit van de leerlijnen, de didactische aanpak… te evalueren en bij te sturen. Ook al kan dat bedreigend overkomen, is het toch belangrijk om hier oog voor te hebben.

Centraal in dit boek staat de EPU-cyclus. EPU staat voor Evalueren, Plannen, Uitvoeren. Elke fase van deze cyclus heeft zijn eigen uitwerking. In de evaluatie-fase verzamel, analyseer en interpreteer je de gegevens die relevant zijn om de ontwikkeling van de leerlingen en de kwaliteit van het aangeboden onderwijs te analyseren. Dit analyseren vraagt dat je objectief naar de gegevens kijkt ze interpreteert en de besluiten neemt die zich opdringen. Die besluiten vertaal je in de volgende fase naar een plan van aanpak waarin je concrete doelen stelt, leerlingen clustert en een aanbod uitwerkt met een passende aanpak. NA de derde fase, het uitvoeren, begint de EPU-cyclus dan opnieuw.

Het boek bestaat uit drie duidelijke delen. Het eerste deel is geschreven op maat van de leerkracht die in zijn klas aan de slag wil gaan met de gegevens die hij daar voorhanden heeft. De verschillende fasen van de EPU-cyclus worden voor hem concreet uitgewerkt. Hij krijgt een stap-voor-stap-handleiding om te komen tot een groepsplan waarmee hij tegemoet kan komen aan de verschillende onderwijsbehoeften van zijn leerlingen.

Het tweede deel is geschreven voor directies en beleidsteams die hun leerkrachtenteam willen trainen in het werken met de data die ze kunnen verzamelen. Zij krijgen in dit deel een uitgewerkt trainingsprogramma aangereikt dat ze hiervoor kunnen gebruiken.

In het derde en laatste deel geven de auteurs achtergrondinformatie over het werken met de EPU-cyclus in het kader van het opbrengstgericht en data-gestuurd werken. De aandachtige Vlaamse lezer zal hier onmiddellijk merken dat het in dit boek vertelde verhaal perfect toepasbaar is in Vlaanderen, ook al verwijst het hier en daar naar typisch Nederlandse fenomenen.

Een boek dat heel goed aansluit bij het actuele thema van het op bewijs gebaseerde onderwijs. Een aanrader voor iedereen die zich wat dieper wil inwerken in het werken met data in het onderwijs.