Van kleuters tot volwassenen
Auteur: | Koen Jaspaert & Carolien Frijns |
Uitgeverij: | LannooCampus |
Plaats: | Leuven |
Jaar: | 2017 |
Pagina’s: | 238 |
ISBN-13: | 9789401444422 |
Prijs: | € 24,99 |
“Uitgangspunt van deze tekst is dat democratisering een kernwaarde en een belangrijk doel van onze hedendaagse maatschappij is. Vooral na de Tweede Wereldoorlog en de daarmee gepaard gaande dekolonisering is men tot het besef gekomen dat een maatschappij waarin iedereen kansen kreeg, ongeacht zijn of haar achtergrond, te verkiezen was boven een maatschappij waarbij uitgegaan werd van vaste indelingen in standen, een maatschappij waarin wat iemand kon bereiken door dat standenlidmaatschap ingeperkt werd.”
Koen Jaspaert (1956-2017) was hoogleraar aan de Faculteit Letteren van de KU Leuven en academisch promotor van het Centrum voor Taal en Onderwijs in Leuven. Hij was algemeen secretaris van de Taalunie en is oprichter van het Steunpunt NT2, het eerste expertisecentrum Nederlands als tweede taal in Vlaanderen. Dit boek, dat postuum verscheen, is zijn verrassende en (in het licht van de huidige meer en meer gepolariseerde maatschappij) bij momenten visionaire nalatenschap. Zijn visie die aan de grondslag ligt van dit boek, legt hij haarfijn uit in het eerste hoofdstuk. Samen met Carolien Frijns en andere onderzoekers zoals Kris Van den Branden, maar ook met mensen uit de praktijk, maakt hij, zoals je ook op de achterflap van het boek kunt lezen) duidelijk hoe taalontwikkeling in elkaar zit, hoe ons beeld van taal en onderwijs het leren van taal beïnvloedt en hoe je taal beter verwerft via interactie in een leeromgeving waarin er (meertalig) geëxperimenteerd mag worden. Kortom: een boek dat niet alleen door schoolteams, maar ook door de beleidsmakers absoluut moet gelezen worden.
Dit boek combineert sterk inhoudelijke hoofdstukken (hoofdstukken 1 tot en met 4) met hoofdstukken met ervaringen en beschouwingen die geschreven werden door mensen uit de praktijk (hoofdstukken 5 tot en met 9). In die zin kun je spreken van twee afzonderlijke delen.
Het eerste deel opent met een hoofdstuk geschreven door Koen Jaspaert zelf, waarin hij zijn visie uiteenzet. Hij doet dit aan een de hand van een haarscherpe analyse waarin hij thema’s als taalvaardigheid en sociale achtergrond, het falend taalvaardigheidsonderwijs en het talige democratiseringsprobleem niet schuwt. Deze analyse laat hij volgen door een eerste concretisering van zijn visie waarin hij aangeeft hoe zijn visie in de praktijk kan worden omgezet: het antwoord ligt in een verantwoorde balans tussen impliciet en expliciet taal leren. Deze visie concretiseert hij samen met Carolien Frijns in het tweede hoofdstuk voor het kleuteronderwijs. In het derde hoofdstuk fileert Kris Van den Branden het talenbeleid in het basisonderwijs en formuleert hij een visie voor de toekomst. In het vierde hoofdstuk zijn Koen Jaspaert en Carolien Frijns weer aan het woord over leesplezier en begrijpend lezen.
In de volgende hoofdstukken komen mensen vanuit de praktijk van het secundair en volwassenenonderwijs aan het woord. Verwacht hier niet alleen praktische tips over wat wel en wat niet te doen. Deze mensen spreken vanuit een bepaald theoretisch referentiekader en vertalen dit naar de praktijk.
Samengevat: voor wie begaan is met het taalonderwijs in het algemeen en meer in het bijzonder aan het taalonderwijs aan anderstalige nieuwkomers, is dit boek verplichte literatuur.