En als we nu weer eens gewoon gingen lesgeven?

Een kwaliteitsaanpak voor scholen

Auteur:Eva Naaijkens & Martin Bootsma
Uitgeverij:Pica
Plaats: Huizen
Jaar:2019
Pagina’s:184
ISBN-13:9789492525390
Prijs:€ 24,95

“Te veel activiteiten en te weinig tijd besteden aan de uitvoering ervan is een giftige cocktail.”

“Een valkuil in het onderwijs is te denken dat een ervaren leraar automatisch een goede leraar is.”

“Onze aanpak creëert letterlijk meer tijd om je te richten op de wezenlijke processen in je school.”

Het is intussen een bekend fenomeen in het Vlaamse en Nederlandse onderwijs. Leerkrachten moeten met zoveel randprocessen en randtaken rekening houden, dat ze meer en meer het gevoel krijgen om niet meer tot de essentie van hun opdracht toe te komen, het gewoon en goed lesgeven. Of zoals een leerkracht het deze week nog aan mij verwoordde: “Ik doe mijn job graag voor de kinderen, maar al dat papierwerk is er te veel aan”.

De auteurs van dit boek hebben in de praktijk van het Nederlandse onderwijs een eigen kwaliteitsaanpak ontwikkeld, de Enigma-aanpak, die universeel, in elke school toe te passen is. Je zou deze aanpak kunnen omschrijven met het cliché minder is meer, waarbij minder slaat op het aantal doelen en ambities die een school wil waarmaken en meer op de onderwijskwaliteit. Deze uitspraak wil allerminst zeggen dat de aanpak een cliché is. Integendeel: het is een blauwdruk voor goed onderwijs gegeven door gelukkige en gemotiveerde leerkrachten. Eigenlijk is het boek een eerbetoon aan het handelings-gerichte principe De leerkracht doet ertoe.

Enigma is een aanpak die bestaat uit twee sporen. Het eerste spoor richt zich op het ontwikkelen en borgen van de basis voor de kwaliteitszorg op school, het andere richt zich op het professionaliseren van het team. Beide sporen zijn nauw met elkaar verweven: onderwijskwaliteit vraagt vakmanschap en vakmanschap vraagt tijd om die onderwijskwaliteit te kunnen garanderen.

De kwaliteitsaanpak wil een antwoord bieden op de problemen die in het Nederlandse en, mutatis mutandis, in het Vlaamse onderwijs aan de orde zijn. Namelijk:

  • de ervaren werkdruk;
  • de administratieve druk;
  • het uitvallen van beginnende leerkrachten;
  • de onduidelijkheid over het curriculum;
  • de druk van het Passend onderwijs (NL) of het M-decreet (VL);
  • de druk op de schoolleiding, de directie, het directieteam;
  • het gebrek aan een gezamenlijke missie en visie van het leerkrachtenteam.

Vanuit mijn eigen ervaring zou ik hieraan willen toevoegen dat deze kwaliteitsaanpak ook een antwoord zou kunnen bieden op het probleem van de uitval van nieuwe directies die het – in Vlaanderen althans – na een termijn van twee jaar lijken voor bekeken te houden.

Na een uitgebreide introductie van de aanpak in het eerste hoofdstuk tonen de auteurs in het tweede hoofdstuk aan hoe men met deze aanpak de werkdruk in de school kan terugdringen. Dit doen ze aan de hand van hele concrete aanbevelingen die af en toe zeer confronterend kunnen zijn voor directies en leerkrachten omdat ze een aantal heilige huisjes onderuit halen.

In het derde hoofdstuk staat het vakmanschap van de leerkracht centraal. Waarbij de rollen van de individuele leerkracht, het leerkrachtenteam en de schoolleiding centraal staan en zeer uitgebreid toegelicht worden. Ook de beginnende leerkracht krijgt hierin een nadrukkelijke plaats.

Hoofdstuk vier leert ons hoe het schoolteam constructief aan de schoolorganisatie kan bouwen. De schoolorganisatie is immers niet exclusief het domein van de schoolleiding maar wel de verantwoordelijkheid van iedereen die op de school werkt.

Het vijfde hoofdstuk leert de lezer hoe hij de voorgestelde kwaliteitsaanpak op school kan implementeren.

In het laatste hoofdstuk brengen de auteurs een aantal doordachte bedenkingen bij de voorgesteld aanpak naar voren.

Rest me hier deze boekvoorstelling te besluiten met de volgende boutade:

En wat als alle onderwijsmensen nu eens gewoon dit boek gingen lezen?