Omgaan met ADHD op school

Evidence based methoden voor leerkrachten

Auteur:Russell Barkley
Uitgeverij:SWP
Plaats: Amsterdam
Jaar:2020
Pagina’s:140
ISBN-13: 9789088508257
Prijs:€ 21,-

‘Ik heb dit boek geschreven voor leerkrachten, omdat ik uit de eerste hand weet dat juist zij van groot belang zijn in de aanpak van de gedrags- en leerproblemen waarmee veel kinderen en jongeren met ADHD op school te maken krijgen.

‘ADHD is meer dan een probleem van aandachtstekort, hyperactiviteit of impulsiviteit. Het is een stoornis met problemen op het gebied van de executieve functies van het brein.’

Laat een boek vertalen door een vertaalbureau, en je krijgt een letterlijke weergave van de inhoud. Laat datzelfde boek vertalen door een deskundige, en je krijgt een boek met een meerwaarde. Dat laatste is nu precies wat uitgeverij SWP bereikt heeft door de Nederlandse Tirtsa Ehrlich – waarvan ik op mijn eerste boekenblog verschillende boeken over het omgaan met kinderen met ad(h)d aanbeval – de regie te geven over het vertalen van dit oorspronkelijk Engelstalig boek. Hierdoor worden niet alleen de op bewijs gebaseerde methoden juist gekaderd in de context van het Nederlandse en Vlaamse onderwijs, maar krijgen een aantal moeilijk naar het Nederlands te vertalen Amerikaans-Engelse concepten toch die invulling waarmee Vlaamse en Nederlandse leerkrachten aan de slag kunnen. Door ervoor te kiezen om ADHD te benaderen als een stoornis met problemen op het gebied van de executieve functies van het brein, draagt het boek veel bij tot het ver-ont-schuldigen van kinderen en jongeren met deze problemen en kan het voor een hernieuwd en ander soort begrip voor hen zorgen bij leerkrachten en andere opvoeders.

Dit boek komt niet alleen met een voorwoord van de oorspronkelijke auteur, maar ook met een inleiding en leeswijzer van Tirtsa Ehrlich. Het is belangrijk om die zeker ook door te nemen omdat daar een aantal belangrijke elementen, waaronder het (gebruik van het) situatie-gedrag-gevolg-schema.

De drie eerste hoofdstukken vormen als het ware het theoretische gedeelte van het boek waarin de meer algemene informatie over ADHD (wat is het, welke feiten over ADHD zijn er bekend, wat zijn de oorzaken) kort en krachtig weergegeven worden.

Het vierde hoofdstuk, de ‘Zeven uitgangspunten in de aanpak van het executief functioneren bij ADHD’ is voor mij het belangrijke scharnierpunt van dit boek waarna het kantelt naar de concrete aanpak in de klas. Centraal in dit tweede deel staat voor mij de noodzaak aan een goede probleem-analyse, waarvoor de auteur de ‘Schoolsituatie vragenlijst’ introduceert. Deze hoofdstukken uit het tweede deel kregen allen een heel duidelijke titel mee, waardoor ik me kan beperken tot het volgende overzicht:

  • Tien richtlijnen in de aanpak van ADHD;
  • Met een goede probleemanalyse beginnen;
  • 31 algemene aanbevelingen voor klassenmanagement;
  • De beloning voor gewenst gedrag verhogen;
  • Goed-gedrag-kaarten en gedragscontracten;
  • Informatie en tijd ‘externaliseren’;
  • De bewustwording vergroten;
  • Overgangsmomenten plannen;
  • Negatieve consequenties en straffen;
  • Tips (specifiek) voor jongeren;
  • Medicatie voor ADHD.

Wie het boek aanschaft, krijgt meteen ook de toegang tot een aantal materialen die van de website van de uitgeverij kunnen geplukt worden.

Een aanrader voor elke leerkracht die zich snel en doeltreffend wil inwerken in de wereld van kinderen en jongeren met ADHD.

Liefde voor letters en lezen

Handboek stimulering geletterdheid

Auteur:Hetty van den Berg, Irma Land & Iris Meijsing
Uitgeverij:SWP
Plaats: Amsterdam
Jaar:2019
Pagina’s:372
ISBN-13: 9789088500008
Prijs:€ 75,00

‘We moeten alle kinderen optimaal voorbereiden op hun deelname aan de maatschappij. Het risico op laaggeletterdheid moet wezenlijk verkleind worden. Hoe doen we dat? ‘

”Laaggeletterdheid wordt ook wel ‘functioneel analfabetisme’ genoemd. Het gaat om mensen in de leeftijd van zestien jaar en ouder die grote moeite hebben met lezen, schrijven, rekenen en/of met het gebruik van de computer’

Geletterdheid is geen zaak van de lagere school alleen. Deze zaak begint al heel vroeg thuis en in de voorschoolse kinderopvang door het creëren van een talige en taalrijke omgeving en moet systematisch en gericht aangepakt worden in het kleuteronderwijs zodat alle kinderen goed voorbereid beginnen aan het effectieve leesonderwijs van het eerste leerjaar en de daaropvolgende leerjaren. In de huidige COVID-19 periode wordt meer en meer duidelijk dat deze ‘gewone’ geletterdheid moet aangevuld worden met de ‘digitale’ geletterdheid. Ook aan deze laatste vorm van geletterdheid moet men al van jongsaf mee vertrouwd gemaakt worden. Het is de verdienste van dit boek (met bijbehorende website) – en dat is bovendien vrij uniek – om deze beide vormen van geletterdheid in één adem voor de leeftijdsgroep van 0 tot en met 7 jaar op een onderhoudende, aantrekkelijke en concrete wijze onder de aandacht te brengen. Dat het daarbij niet alleen stimulerend en preventief wil zijn voor alle kinderen in het algemeen, maar heel duidelijk ook uitgaat van een proactieve aanpak voor kinderen met een (digitale) taalachterstand in het bijzonder, maakt het tot een ‘verplicht’ hebbeding voor elke kinderopvang en basisschool.

In het eerste hoofdstuk leiden de auteurs hun boek in. Ze hebben het over het belang van het voorbereiden van kinderen op het functioneren in onze huidige maatschappij. Daarbij hebben ze aandacht voor de laaggeletterdheid en over de ontwikkeling van de geletterdheid. Hierbij laten ze het niet na om de samenhang tussen de mondelinge taalvaardigheid en de geletterdheid heel nadrukkelijk te duiden. Vaardigheden die ze hierbij centraal stellen zijn de woordenschat, de vertelvaardigheid, het luisteren, en het voeren van gesprekken. Dit hoofdstuk larderen ze verder met algemene tips een aanwijzingen op de geletterdheid van jonge kinderen te stimuleren.

Deze ‘stimulering’ werken ze verder uit in het tweede hoofdstuk waarbij ze de 21ste eeuwse geletterdheid uiteentrekken in 4 domeinen:

  • leesplezier, boekoriëntatie en verhaalbegrip,
  • taalbewustzijn en het alfabetisch principe,
  • functies van schrift,
  • digitale geletterdheid.

De digitale geletterdheid wordt verder uiteen getrokken in de volgende aspecten:

  • informatievaardigheden,
  • computerdenken,
  • ict-basisvaardigheden,
  • mediawijsheid.

Centraal plaatsen ze het onderzoekend en ontwerpend leren en de woordenschat om aan deze geletterdheid te werken. Ze hebben ook aandacht voor het signaleren en voorkomen van problemen.

De hoofdstukken 3, 4, 5 en 6 staan dan telkens volledig in het teken van één van de vier aspecten van de digitale geletterdheid zoals de auteurs die zien.

De hoofdstukken 7 en 8 sluiten het boek met heel concrete voorstellen af. In het zevende hoofdstuk werken de auteurs uit hoe men de ‘digitale’ geletterdheid tijdens het hoekenwerk in 7 verschillende maar toch met elkaar samenhangende hoeken kan stimuleren. In het achtste en laatste hoofdstuk tenslotte krijgt de lezer concrete voorstellen om het hele (school)jaar door de geletterdheid te stimuleren.

Zoals al eerder in andere woorden gezegd: een waardevol boek.