De vliegtuigklas

Naar sterk taalonderwijs op de basisschool

Auteur:Carolien Frijns
Uitgeverij:Pelckmans Pro
Plaats: Kalmthout
Jaar:2019
Pagina’s:200
ISBN-13: 9789463371568
Prijs:€ 30,00

“De toenemende diversiteit stelt scholen op de proef. Hoe kunnen we anderstalige kinderen het best helpen met het leren van het Nederlands? Hoe ziet een krachtige taalleeromgeving eruit? Kan een school meer een thuis worden, een ‘woonkamerschool’ als het ware, om taal maximaal te stimuleren? En hoe pakken we dat aan?”

“In dit boek gaan we op zoek naar fenomenen en factoren die de gelijke onderwijskansen van kwetsbare taalleerders ondersteunen of net ondermijnen.”

Het is nog niet zo heel lang geleden dat anderstalige kinderen in het buitengewoon basisonderwijs type 1 (of type 8, een zeldzame keer) terechtkwamen omdat ze het Nederlands niet of onvoldoende meester waren om maximaal te profiteren van de instructie in het regulier onderwijs. Hierdoor zijn er – we moeten het durven toegeven – getalenteerde kinderen en jongeren voor onze maatschappij verloren gegaan. Pas in de jaren negentig van de vorige eeuw is mijn in Nederland en Vlaanderen gaan inzien dat men hierin verandering moest brengen, dat men hieraan iets kon doen, dat men hieraan iets moest doen. Het NT2-onderwijs kreeg zijn eerste kans. In Vlaanderen was het onder andere Koen Jaspaert die hier zijn schouders onder zette met onder andere ‘zijn’ Steunpunt NT2 , ‘zijn’ taalmethodes de ‘De tuin van Babbel ‘ en ‘De toren van Babbel’, de taalvaardigheidstoetsen en nog zoveel meer. Hij besefte als geen ander hoe veel anderstalige kinderen in ons onderwijs verloren liepen in het Nederlands en hoe het Vlaamse taalonderwijs daar geen uitweg bood, nee, eerder de desoriëntering alleen maar groter maakte. Door zijn bezieling tot het eind (zijn laatste boek, dat hij samen met Carolien Frijns schreef en postuüm uitgegeven werd), heeft hij de fakkel brandende gehouden én doorgegeven. Dit boek kun je dan zeker ook lezen als een hommage aan zijn levenswerk. Maar er is natuurlijk meer: door de creatieve combinatie van wetenschappelijk werk en literaire stukken (zoals de auteur ze zelf noemt), geeft dit boek zoveel meer weer dan een visie op sterk taalonderwijs alleen. Het getuigt van een grote zorgt voor de anderstalige kinderen, hun ouders én de leerkrachten en scholen die dit sterke taalonderwijs moeten waarmaken, elke dag opnieuw. Een eerlijk, verstandig, aangenaam, uitdagend en begeesterend boek dat ook de binnenwegen van goed taalonderwijs verkent!

In het eerste hoofdstuk van dit boek gaat de auteur op zoek naar de mate waarin het onderwijs in Vlaanderen en Nederland er in slaagt om voor alle kinderen gelijke onderwijskansen te realiseren. Het besluit blijft, hoe gekend het eigenlijk al is, nog steeds confronterend: er is wel degelijk een effect van de sociaaleconomische status op het leersucces van de leerlingen in het basisonderwijs.

In het tweede hoofdstuk gaan we virtueel op bezoek bij de gezinnen van de anderstalige leerlingen. Het centrale thema is hier de ouderbetrokkenheid, opgedeeld in de ouderbetrokkenheid op school (lees: de zichtbaarheid van de ouders op de school zelf) en de ouderbetrokkenheid thuis. En wat blijkt? De (sociale) betrokkenheid van de ouders thuis heeft veel meer invloed op het leersucces van de leerlingen dan hun (on)zichtbaarheid op school.

Taal en identiteit hangen met elkaar samen. Dit is het uitgangspunt van het derde hoofdstuk. Frijns gaat onder andere op zoek naar de manier waarop de identiteit van meertalige kinderen een plaats kan krijgen in het Nederlandse en Vlaamse onderwijs en geeft hier onder andere een heel belangrijke opmerking over taalsensibilisering. Maar ook het effect van ons ééntalige taalbeleid op het zelfbeeld van meertalige kinderen komt aan bod. De oplettende lezer krijgt hier toch wel enkele belangrijke inzichten aangereikt. Inzichten die hij misschien niet altijd verwacht.

In het vierde hoofdstuk komen we dan tot de essentie van het boek: sterk taalonderwijs en hoe dit te realiseren. Ik beperk me hier tot te vermelden dat heel veel dingen die hier aangereikt worden onderbouwd worden door de bevindingen van het evidence-based onderwijsonderzoek. Het vijfde hoofdstuk sluit hier naadloos op aan door de professionalisering van (toekomstige) leerkrachten op het vlak van taalonderwijs aan te kaarten.

De slotbeschouwing kun je tenslotte zien als een oproep van de auteur om nog meer werk te maken van gelijke onderwijskansen, ook voor de anderstalige kinderen.

Nieuwe autoriteit / Verbindend gezag voor het onderwijs

Auteur:Haim Omer
Uitgeverij:Pelckmans Pro
Plaats: Kalmthout
Jaar:2019
Pagina’s:173
ISBN-13: 9789463370714
Prijs:€ 29,50

“Het gezag versterken is niet alleen essentieel voor leraren, maar ook voor alle andere betrokkenen. Het is van vitaal belang voor kinderen en jongeren, want als de leraren niet over de nodige autoriteit beschikken om de gedragsregels op school te bepalen, zullen de dominante leerlingen dat wel doen.”

“Terwijl leraren vroeger bekende personen in de gemeenschap waren die werden gerespecteerd en gesteund door iedereen, zijn zij nu anonieme personen geworden”

Deze twee citaten uit het boek van Haim Omer schetsen het probleem dat zich op veel Vlaamse en Nederlandse scholen voordoet. Vroeger was de leerkracht een persoon van aanzien die bijna onvoorwaardelijk gesteund werd door de ouders en gerespecteerd door kinderen. Veel oudere lezers zullen met mij beamen dat je als kind, als je met straf thuiskwam, daar niet veel uitleg moest aan geven omdat de leerkracht toch onvoorwaardelijke werd geloofd en jijzelf ‘het wel verdiend zou hebben’. Nu leven we in een tijd waarin het niet uitzonderlijk is dat een nota van een leerkracht in een agenda door de ouders beantwoord wordt met een tegennota die het gezag van de leerkracht meteen onderuit haalt. En dit terwijl je vaststelt dat veel van de ouderlijke opvoedingstaken meer en meer in het mandje van de leerkrachten worden gelegd. Terwijl het gedachtengoed van Haim Omer al enige bekendheid heeft gekregen in het Vlaamse en Nederlandse onderwijs, heeft hijzelf nu voor de eerste maal een boek geschreven dat zich rechtstreeks richt tot de onderwijsmensen. Het is een boek dat zich heel vlot laat lezen en veel leerkrachten een hart (en een instrumentenkoffer) onder de riem zal steken. De vele voorbeelden die in het boek verwerkt zijn maken het voor iedere leerkracht bovendien zeer herkenbaar. Samen met de vele concrete tips die aangeboden worden zijn ze van die aard dat ze de existentiële eenzaamheid van het leerkracht-zijn kunnen doorbreken. Een absolute aanrader!

Het boek bestaat uit zes hoofdstukken en een conclusie. In het eerste hoofdstuk vertrekt Haim Omer vanuit de vaststelling dat de autoriteit van leerkrachten niet meer vanzelfsprekend is. Hij omschrijft zeer herkenbaar hoe kwetsbaar de leerkracht van vandaag wel is. Hij zet de traditionele vorm van autoriteit tegenover zijn Nieuwe Autoriteit en verduidelijkt meteen zijn 4 principes, namelijk aanwezigheid, zelfbeheersing, ondersteuning en volharding.

Het tweede hoofdstuk staat helemaal in het teken van het principe van de aanwezigheid in de klas, in de gehele school en tegenover elke leerling. Alle leerlingen moeten voelen dat hun leerkracht hen ziet, aan hen denkt en met hen een relatie aangaat.

Dat het noodzakelijk is dat leerkrachten en ouders een verbond met elkaar sluiten, is de essentie van het derde en uitgebreide hoofdstuk. Hoe je dit realiseert wordt uitvoerig beschreven. Om de kritische lezer meteen gerust te stellen, som ik hierna enkele rubrieken uit dit hoofdstuk op:

  • Hoe benader je ouders die mogelijk met geweld reageren op hun kind?
  • Hoe ga je om met ouders die overtuigd zijn dat de school hun kind viseert?
  • Een stappenplan voor de ontmoeting tussen ouders en schoolteam.

Leraren zijn verantwoordelijk voor elkaar. Dat is het leidende thema van het vierde hoofdstuk. Een aanval op één leraar moet opgevat worden als een aanval op het hele schoolteam. Wanneer dit als principe door alle leerkrachten omarmd wordt, verandert geleidelijk aan de status van de leraar en de sfeer op school. Niet langer ‘Ik in mijn klas’ maar wel ‘Wij in onze school’ dus. Hoe je dit alles realiseert en ondertussen toch de leerlingen blijft beschermen, kun je hier lezen.

Het vijfde hoofdstuk bespreekt niet alleen de rol van de directeur maar ook hoe hij zichzelf een plaats in het geheel kan verwerven zonder deloyaal te zijn aan ouders en tegelijk ook de leerkrachten. Er wordt ook aangegeven hoe hij de Nieuwe Autoriteit op zijn school kan introduceren.

Het zesde en laatste hoofdstuk gaat dieper in op het sanctiebeleid van een school, of beter gezegd: hoe de school zich voorbij de grenzen van het eigen sanctiebeleid kan ‘overstijgen’.

De algemene conclusie van het boek geeft kort enkele aanbevelingen om dit alles om te zetten naar de praktijk.

Omgaan met controverse en polarisatie in de klas

Auteur:Maarten Van Alstein (Vlaams vredesinstituut)
Uitgeverij:Pelckmans Pro
Plaats: Kalmthout
Jaar:2018
Pagina’s:179
ISBN-13: 9789463371544
Prijs:€ 20,-

“Diversiteit moet niet beperkt worden tot louter cultureel-etnische of religieuze verscheidenheid.”

“De diversiteitsvlag dekt verschillende ladingen, zoals gender, leeftijd, sociaal-economische achtergrond, opleidingsniveau, gezinssituatie, levensbeschouwing, politieke voorkeuren, mediaconsumptie enzovoort.”

“We reduceren mensen niet eenduidig tot het lidmaatschap van één bepaalde groep.”

Je hoorde het al meteen na de vorming van de meest recente Vlaamse regering. De vrees voor een verdere polarisatie van de Vlaamse samenleving in het algemeen en het Vlaamse onderwijs in het bijzonder zit er bij velen in. Aangezien dit zich al vroeger aankondigde, kun je het boek van Maarten Van Alstein uit 2018 net niet profetisch noemen, maar toch… Het blijft een feit dat dit boek voor iedereen die met groepen jongeren in aanraking komt, op meer dan het juiste moment komt. Zij zullen in dit boek tal van tips en aanwijzingen vinden in verband met het voeren van moeilijke en zeer geladen gesprekken met en tussen jongeren die toch open, respectvol en met aandacht voor elke deelgroep – want de jongerengroepen zijn zeer divers samengesteld – verlopen. Het is dan ook een boek dat het verdient om door elk leerkrachtencorps gelezen (en daarna samen besproken) te worden.

Het boek bestaat uit drie delen. In het eerste deel stelt de auteur de begrippen die hij in dit boek gebruikt scherp. Hij vertrekt vanuit de individuele klas als een spiegel van de hedendaagse superdiverse samenleving om van daaruit tegelijk het belang van goed onderwijs te benadrukken. Goed onderwijs dat rekening houdt met alle vormen van diversiteit en niet enkel de meer op de voorgrond waarneembare vormen zoals etnische en religieuze diversiteit. Ook de plaats en de handelingsbekwaamheid van de leerkracht in dergelijke superdiverse klassen worden aangesneden. Om tenslotte dieper in te gaan op de voor dit boek essentiële begrippen controverse en polarisatie.

De theoretische ruggengraat van dit boek vind je terug in het tweede deel. De auteur leg hierin uit waarom er moet gewerkt worden in de klas rond controverse en polarisatie, waarom er toch ruimte in de klas moet zijn om met elkaar in discussie te gaan en niet in het minst wat de positie van de leerkracht in dit alles is. Wil je de voorgestelde interventies uit het derde deel goed kunnen begrijpen, dan moet je dit deel zeker grondig lezen. Doe je dat niet, dan verliezen ze heel veel van hun kracht.

In het derde deel geeft Maarten Van Alstein de leerkracht tips en aanwijzingen om in de klas te werken aan controverse en polariserende thema’s. Hij doet aan de hand van verschillende scenario’s. Dit is dan ongetwijfeld ook het deel dat door leerkrachten het meeste zal gespaakt worden. Of net niet. In dit laatste geval is het dan misschien belangrijk om dit boek te herlezen met de volgende vraag in het achterhoofd: Hoe kunnen wij als leerkrachten omgaan met controverse en polarisatie in het leerkrachtenteam. Want laat ons eerlijk zijn, ook leerkrachtenteams zijn daar niet immuun voor.

Divers gezin(d)

Omgaan met het nieuwe gezin op school

Auteur:Isolde Buysse, Nana Mertens & Koen Matthys
Uitgeverij:Pelckmans Pro
Plaats: Kalmthout
Jaar:2018
Pagina’s:116
ISBN-13:9789463371513
Prijs:€ 20,-

“Geleefde levens zijn anno 2020 diverser, kwetsbaarder en flexibeler dan pakweg vier decennia geleden. Dat komt omdat huwelijken, gezinnen en relaties vandaag de dag geen vast sjabloon meer hebben.”

“Een school kan de thuisproblemen van leerlingen niet oplossen, maar kan wel ondersteuning, zorg en aandacht bieden.”

Nagenoeg elke leerkracht kan het beamen. In hun klas zitten leerlingen die opgroeien in verschillende soorten gezinnen. Zoals op de achterkant van het boek staat ervaart één op drie Vlaamse kinderen of jongeren minstens één gezinsverandering voor hij of zij 18 jaar is. Die gezinsverandering kan een echtscheiding van de ouders zijn, het verlies van een gezinslid, een nieuwe partner van een ouder en dergelijke meer. Als leerkracht (maar ook als school) is het niet altijd evident om daar mee om te gaan, omdat ieder kind of jongere er anders op reageert. Dit boek komt dan ook niets te vroeg. Gegroeid vanuit een onderzoek dat uitgevoerd werd bij leerlingen en leerkrachten van het secundair onderwijs, is het boek een geannoteerde instrumentkoffer geworden die leerlingen en schoolteams helpt om de gevolgen van gezinsdiversiteit en gezinsovergangen bespreekbaar te maken op school en in de klas én om de jongeren handvatten aan te reiken om hier mee om te gaan.

Dit toch wel onmisbare boek bestaat uit twee delen. Het eerste deel schetst de context van waaruit het boek moet gelezen worden. Het eerste hoofdstuk bevat de feiten en cijfers in verband met de gezinsdiversiteit in Vlaanderen enerzijds en het welbevinden van de leerlingen uitgedrukt in zelfwaardegevoel en geluk na de scheiding. Het tweede hoofdstuk maakt het direct zeer herkenbaar door de beschrijving van diverse gezinnen die in de fictieve Molenstraat wonen. In het derde hoofdstuk worden een aantal begrippen duidelijk omschreven, zodat de lezer zichzelf niet op een verkeerd spoor kan zetten.

In het tweede deel verzamelen de auteurs heel wat aanbevelingen, tips en werkvormen om zowel op school- als klasniveau in de verschillende graden en doorheen de verschillende vakken het fenomeen van de gezinsdiversiteit bespreekbaar te maken.

Wie tenslotte de wetenschappelijke studie zelf wil raadplegen, kan terecht in de bijlage van dit boek.